Ik heb een fijn verleden...
Ik heb een fijn verleden...
 
Ik ben regelmatig wat...
Ik ben regelmatig wat...
 
No images
E-mail / nieuwsbrief
Periodiek kunt u na inschrijving, een ‘Nieuwsbrief’ ontvangen. De inhoud van de brief is meestal een bemoedigend woord, een spreuk, (dag)horoscoop of iets anders op futurologisch gebied, mens & maatschappij of andere info uit het rariteiten kabinet dat leven heet...
Standen zon en maan
Stier
Zon in Stier
15 Graden
Weegschaal
Maan in Weegschaal
27 Graden
Volle maan
Volle maan
14 dagen oud
Aantal bezoekers:

AD

AddThis Social Bookmark Button

Bron: Algemeen Dagblad, zaterdag 24 februari 2007 

FALENDE ARTSEN VRIJUIT

JUSTITIE IS NAUWELIJKS IN STAAT OM MEDISCHE MISSERS AAN TE PAKKEN 

RONALD VAN GEENEN

KEES WESSELS

AD_24_februari_2007_web          

Jan van der Heide verloor zijn vrouw Anna. De politie  omschreef de medische fout als 'geweld met letsel, zonder  wapen'.  Na vier jaar wacht hij nog altijd op een beslissing van justitie.  

Falende artsen lopen amper risico te worden vervolgd. Volgens Justitie is het bijna ondoenlijk nalatigheid aan te tonen en biedt de wetgeving vaak geen houvast.

Daarnaast hebben veel officieren van justitie te weinig medische kennis om onderzoeken tot een goed eind te brengen, menen deskundigen. De juridische aanpak van medische missers is daardoor nog steeds onder de maat. Die conclusie werd ruim vijf jaar geleden ook al getrokken in een vernietigende evaluatie van de wet die toezicht en handhaving in de zorg regelt.

Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: "Sinds die evaluatie is er niets gebeurd, op een summiere kabinetsreactie na.''

Deze krant onderzocht waarom zo weinig falende artsen voor de rechter komen en sprak met specialisten op het terrein van medische recht. Naast juridische moeilijkheden en gebrek aan kennis, noemen die als oorzaken een moeizame samenwerking tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Justitie en de weerstand bij de instanties om het tegen dokters op te nemen.

Volgens oud-inspecteur Menso Westrouwen van Meeteren steunen artsen elkaar zodra een collega juridische onder vuur ligt.

Volgens schattingen van inspectie overlijden jaarlijks minstens 1000 patiënten door 'duidelijke fouten' van artsen. Desondanks kon de dienst de afgelopen vijf jaar slechts twaalf keer aangifte doen. Tussen 1990 en 2002 blijken maar elf gerechtelijke 'medische' uitspraken te zijn gedaan.

Het openbaar Ministerie erkent de problemen bij onderzoeken in medische zaken. Marjolein van Eykelen, officier van justitie en coördinator van het landelijke Expertise Centrum Medische Zaken: ''Er moet sprake zijn van grove nalatigheid. Voor de inspectie is een zaak soms snel duidelijk, strafrechtelijk ligt het veel complexer.'' Zij geeft toe dat justitie door gebrek aan kennis soms fouten maakt.                                                                      

Anna, die al jaren aan een auto-immuunziekte lijdt waarbij ontstekingen in gewrichten ontstaan, krijgt in het jaar 2000 hevige pijnen in haar rug. Jan van der Heide brengt zijn strompelende vrouw naar de reumatoloog in het Leids Universitair Medisch Centrum. De arts houdt het op een pees- en slijmbeursontsteking. Anna krijgt medicijnen.

Maar de pijn houdt aan en wordt ondraaglijk. Bij een zoveelste ziekenhuisbezoek vraagt Van der Heide zich af of misschien een mri-scan moet worden gemaakt. De reumatoloog reageert gebeten: 'Wij werken hier niet op gevoel, hier wordt wetenschap bedreven', zou hij hebben gezegd. 

De Oegstgeestenaar kan het lijden van zijn vrouw niet meer aan zien en laat op eigen kosten een mri-scan maken van Anna’s rug. Uitkomst: Anna heeft vergevorderde botkanker. Haar rugwervels zijn volkomen ingezakt, haar zenuwen bekneld. Niet lang daarna sterft ze. Het is 16 augustus 2001, Anna is dan 56 jaar oud.

Van der Heide doet aangifte tegen de reumatoloog. De politie omschrijft het als ‘geweld met letsel, zonder wapen’. Ook stuurt Van der Heide een klacht naar het Medisch Tuchtcollege die de reumatoloog, ruim een jaar later, op een ‘waarschuwing’ komt te staan. ,,Ik verwachtte dat hij minstens een jaar uit zijn vak gezet zou worden,” zegt de weduwenaar. De reumatoloog wil niet reageren.

Justitie in Den Haag neemt de zaak in behandeling. Pas eind 2004 krijgt Van der Heide een brief van de officier van justitie die de kwestie behandelt. Hij schrijft dat er misschien een deskundige moet worden ingeschakeld: ‘Op medisch gebied ben ik een leek’.

In 2005 krijgt Van der Heide weer een brief van justitie, de laatste. Er wordt nog steeds naar een deskundige gezocht. De officier: ‘Veel sterkte, ik hoop dat u deze kwestie op enig moment bevredigend kunt afsluiten’.

Sindsdien schrijft Van der Heide briefjes om te vragen hoe het staat. Antwoord krijgt hij niet. ,,Juridisch gezien is ons land ziek. De autoriteiten doen het in hun broek voor het medische bolwerk. Ze durven artsen gewoon niet aan te pakken.”

Niet alleen nabestaanden hekelen de rol van Justitie. In 2002 onderzoeken elf gerenommeerde wetenschappers de wet die het tuchtrecht en het optreden van de inspectie en justitie in de gezondheidszorg regelt. Ze constateren dat ‘van actieve handhaving geen sprake is’. Politie en justitie durven door gebrek aan kennis amper medische zaken aan te pakken. In twaalf jaar tijd worden slechts elf zaken voor de rechter gebracht.

,,In de vijf jaar na het verschijnen van het rapport is er niets veranderd’’, zegt Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht. ,,Op een summiere kabinetsreactie na is er nog altijd niets gebeurd. Dat is een rare gang van zaken. Een probleem is dat het tuchtrecht zich richt op individuele artsen terwijl de patiënt steeds meer te maken heeft met een keten aan zorgverleners. Als meerdere mensen door miscommunicatie allemaal een foutje hebben gemaakt, is niemand verantwoordelijk te stellen.’’

De hoogleraar vindt het argument van justitie dat medische zaken ingewikkeld zijn weinig steekhoudend. ,,Justitie pakt beursfraude toch ook aan?’’

Er zijn meer problemen bij de vervolging van prutsende artsen. De wet uit 1997 geeft de patiënt alle ruimte om te kiezen voor de (alternatieve) zorg die hij wil. Maar omgekeerd geldt het ook: iedereen mag zorg leveren, ongeacht de opleiding. Gaat het fout dan moet de patiënt, de nabestaande of justitie aantonen dat de behandeling -  of juist het nalaten daarvan - het leed heeft veroorzaakt. Ga er maar aan staan.

De gedupeerde zelden steun uit de medische hoek. Artsen houden er niet van elkaar af te vallen en melden zelden dat een collega ernstige fouten heeft gemaakt. Zo kreeg de inspectie in 2005 maar 550 meldingen van ernstige incidenten terwijl de toezichthouder uitgaat van alleen al tussen de 2.000 en 5.000 dodelijk fouten per jaar.

Het magere aantal meldingen vraagt om een scherp optredende inspectie. Maar dat blijkt lang niet altijd het geval. Zo constateert de inspectie al in 2000 dat er van alles mis is in de booming business van privé-klinieken. In het jaarverslag 2001 van de inspectie staat dat er in die klinieken ‘aanzienlijke risico’s zijn voor de volksgezondheid’. De branche, er zijn dan al circa 100 klinieken, wordt gesommeerd rap met veiligheids- en verbeteringsplannen te komen.

Medio 2003 verschijnt een inspectierapport nadat een twintigtal klinieken is bezocht. De conclusies zijn ronduit alarmerend: medewerkers zonder medische opleiding stellen diagnoses, maatregelen om infecties te voorkomen ontbreken. Eén kliniek kookt medische instrumenten uit in een pannetje water.

Opnieuw eist de inspectie verbeteringen. De klinieken moeten subiet kwaliteitseisen opstellen, net als in ziekenhuizen doen. Daar kunnen de inspecteurs de klinieken dan aan houden. Een jaar later volgt weer een inspectierapport. Conclusie: er is amper wat verbeterd. En nog maar eens eist de waakhond van onze gezondheidszorg dat de branche op papier zet aan welke veiligheidseisen klinieken zich dienen te houden.

Dan wordt het stil. Eind 2006 vraagt het AD, na een aantal forse incidenten in privé-klinieken waarbij zelfs een dode valt, hoe het eigenlijk met de kwaliteitsregels staat. Die blijken er nog steeds niet te zijn. In een reactie laat de inspectie weten, ruim zeven jaar nadat zij zelf aan de alarmbel trok, dat er ‘geen sprake is van stagnatie’.

De privé-klinieken zijn niet de enige blinde vlek van de inspectie. In een interview met NRC Handelsblad zei de nieuwe inspecteur-generaal Gerrit van der Wal onlangs dat het toezicht op huisartsen, de geestelijke,- en de jeugdgezondheidszorg tekort schiet. Door de grote werkdruk moeten de inspecteurs werkzaamheden laten liggen.

De inspectie laat nog meer steken vallen, stelt de commissie die onderzoek deed naar het noodlottige drama in het Almelose Twenteborg Ziekenhuis. Een vrouw overleed na een felle brand op de operatiekamer. Slecht onderhoud en verouderde zuurstofslangen veroorzaakten de ellende.

De commissie hekelt het feit dat de inspectie in 2003 een Brits alarmbericht over risico’s van verouderde slangen naast zich had neergelegd: ,,Zij gaat er ten onrechte van uit dat ziekenhuizen hun zaakjes wel op orde zullen hebben.”

Bij het aanpakken van falende artsen is het samenspel tussen de inspectie en justitie van groot belang. In het toonzettende onderzoek uit 2002 staat dat daar geen sprake van is. Volgens hoogleraar Legemaate kan dat overleg nog altijd een stuk beter.

Over gebrekkige samenwerking kan oud-inspecteur Menso Westerouen van Meeteren, die ruim twaalf jaar in dienst was bij de inspectie, meepraten. Nog actief als inspecteur, deed hij aangifte tegen alternatieve behandelaars, onder hen Jomanda, die betrokken waren bij de in 2001 aan kanker overleden Sylvia Millecam. Jaren na de aangifte liet justitie weten er geen zaak in te zien. De oud-inspecteur pikte dat niet en is onlangs naar het gerechtshof gestapt om toch nog vervolging af te dwingen.

Van Meeteren: ,,Ik heb de zaak panklaar aangeleverd en na tweeëneenhalf jaar zetten ze er een streep door. Van de behandelend officier kreeg ik letterlijk te horen: ‘Ik heb er geen trek in’. Maar deze zaak is van groot belang om duidelijkheid te krijgen in wat alternatieve genezers wel en niet mogen.’’

De oud-inspecteur weet wel waar de aarzelende houding van de officieren vandaan komt. Ze hebben weerstand om het tegen dokters op te nemen. Het gaat niet om criminaliteit met een patroon van een motief, wapens en opzet. Kennis over de vraag of het medisch handelen in een bepaalde zaak onverantwoord was, ontbreekt, aldus Van Meeteren.

Daarnaast strijdt de inspecteur of officier tegen een bolwerk. Van Meeteren deed aangifte tegen een cardiochirurg die in korte periode twee keer een waarschuwing ontving wegens fouten. In beide gevallen overleed de patiënt. ,,Al snel werd duidelijk dat je tegen een medisch bolwerk van elkaar steunende artsen moet strijden’’, aldus de oud-inspecteur. Ook in deze zaak zag justitie af van vervolging.

,,Je moet strafrechtelijk kunnen aantonen dat er een verband is tussen mogelijk strafbare feiten en handelingen van de zorgverlener,’’ reageert Marjolein van Eykelen, officier van justitie en verantwoordelijk voor het, landelijke, Expertise Centrum Medisch Zaken van het OM. ,,En er moet sprake zijn van grove nalatigheid. Voor de inspectie is een zaak soms snel duidelijk, maar strafrechtelijk liggen de zaken veel complexer.’’

Slechts een handjevol zaken komt jaarlijks bij de rechter terecht. In de meeste gevallen is de aanklacht ‘dood door schuld’ of ‘zwaar lichamelijk letsel door schuld’. Als de arts al wordt veroordeeld, levert dat zelden forse straffen op. Van Eykelen:,,Wij lezen vaak in de aangifte dat mensen willen dat de arts uit zijn beroep wordt gezet, maar dat is een zeldzaamheid. Wij moeten vaak uitleggen dat het maken van een fout nog iets heel anders is dan verwijtbaar gedrag.’’

Maar ook als justitie wél van grove nalatigheid is overtuigd, valt de bewijsvoering niet altijd mee. Van Eykelen noemt de zaak van 30-jarige man die een kies laat trekken, een infectie krijgt en overlijdt  ,,Je moet aantonen dat als de arts eerder had behandeld de patiënt nog had geleefd. Dat is heel moeilijk,’’ aldus de officier

Daarmee wil ze niet zeggen dat er geen fouten worden gemaakt. Van Eykelen: ,,Het komt voor dat een officier lijkschouwing bij een overledene vergeet te laten doen, of direct het medisch dossier opvraagt bij het ziekenhuis terwijl die dat niet zomaar mag geven.’’ Om de kwaliteit van de medische strafdossiers te verhogen, zijn er sinds begin dit jaar elf regionale ‘medische’ officieren aangesteld. Zij zijn verplicht elke zaak voor advies aan het Expertise Centrum voor te leggen.

Toch zal dat middel niet alle kwalen helen, weet ook Van Eykelen: ,,We hebben een liberale wet die uitgaat van de goedheid van de mens. Als je ziet hoeveel inspecteurs Nederland heeft, en hoeveel instellingen er zijn, dan zie je meteen ook het spanningsveld.’’

Maar dat is geen verklaring voor het vier jaar laten liggen van de zaak tegen de Leidse reumatoloog. Na al die jaren is er nog steeds geen deskundige aangewezen, laat justitie in Den Haag weten. ,,In deze zaak is duidelijk iets niet helemaal goed gegaan,” zegt de woordvoerder. ,,Dit geval is ingewikkelder dan een doorsnee aanrijding. Bovendien werd de zaak een paar keer overdragen aan een andere officier. Dat heeft de snelheid niet bevorderd. Dat de betrokkene al zo lang niets van ons heeft gehoord, is niet de gebruikelijke gang van zaken. En inderdaad duurt het al wel erg lang. Wij streven er nu naar de zaak zo snel mogelijk af te handelen.”

Bron: Algemeen Dagblad, zaterdageditie 24 februari 2007

Ronald van Geenen en Kees Wessels

 

Naschrift

Wat kan er aan het AD_logo-artikel, 4telegraaf, privelogo, leidschdagbladlogo, 2leidschdagblad, leidschdagbladlogo -publicatie worden toegevoegd? Niets! De zaak is glashelder beschreven door de journalisten. 

We gaan nu het zoveelste jaar in en wachten nog steeds op toepassing van wet en recht door justitie.  

'Wij streven er nu naar de zaak zo snel mogelijk af te handelen', meldt de  woordvoerder van justitie. 

Wanneer zal de zaak worden afgehandeld? In het huidige of volgende leven? 

We houden u op de hoogte.

  

Jan C. van der Heide

 
Wie is online
We hebben 35 gasten online
Radio Paravaria